Tentoonstellingen
Publicaties
Architectuur is de ruimte waar je gaat als je het essentiële zoekt: architectuur zijn die ruimtes waar we gaan, zelfs nog vóór we op zoek zijn naar een plaats voor de overtreding, nog vóór we op zoek zijn naar een plaats waar we kunnen doen wat we niet mogen doen; plaatsen die een antwoord zijn op onze vraag naar ruimte om bewust te zijn. Later komt het besef dat het diezelfde ruimtes zijn die ons kunnen dienen als we iets willen doen waarvan we geleerd hebben dat ze het niet verdragen om gezien te worden: de architectuur wordt dan de ruimte van de schande, l’espace de la honte, maar wellicht is dat al van in het begin zo, van in onze kindertijd, ongetwijfeld zijn we dan al gegeneerd door onze zoektocht, zijn we van in het begin beschaamd over onze zoektocht naar existentiële ruimte, weten we, voelen we of menen we dat de samenleving het een ridicule zoektocht zal vinden: een plaats om alleen maar te zijn, niet ergens zijn om te eten, te spelen, te slapen, te werken, niet eens om te bidden of te leren: we willen alleen maar op die plaats zijn. Het blijft vreemd hoe sterk plaats en zijn met elkaar verbonden zijn. Later in ons leven leren we dat de momenten van overtreding existentiële momenten geweest zijn en concluderen we dat juist dat de enige existentiële momenten geweest zijn, hoewel de zoektocht naar de ruimtes van het existentiële al veel eerder begonnen was, toen we nog geen benul van verbod en overtreding hadden.